Van de twee latjes maak je een kruis. Je kan ze makkelijk met plakband aan elkaar maken.
Bij het Paasverhaal denken we aan Jezus die voor ons gestorven is aan het kruis.
Versier de stok - als je wilt - met crêpepapier of gekleurde tape.
Je kan ook groene takjes aan het kruis vastmaken.
Prik het broodhaantje boven op het kruis.
Misschien hebben jullie nog paaseitjes?? Die kan je er ook heel leuk aanhangen met een touw of plakband.
Jezus was in de buurt van de dorpen Betfage en Betanië, bij de Olijfberg. Daar stuurde Hij twee leerlingen vooruit. Hij zei tegen hen: ‘Ga naar dat dorp daar. Jullie zullen daar een jonge ezel zien, die vastgebonden staat. Er heeft nog nooit iemand op gereden. Maak hem los en breng hem hier. Misschien vraagt iemand: ‘Wat doen jullie daar?’ Dan moet je zeggen: ‘De Heer heeft deze ezel nodig.” De twee leerlingen gingen naar het dorp. Daar gebeurde alles precies zoals Jezus gezegd had. Toen de leerlingen de ezel losmaakten, vroegen de eigenaars: ‘Wat doen jullie daar?’. De leerlingen zeiden: ‘De Heer heeft deze ezel nodig.’
De leerlingen brachten de ezel bij Jezus. Ze legden hun jassen op de rug van de ezel en lieten Jezus erop zitten. Andere leerlingen legden hun jas op de weg Zo ging Jezus naar Jeruzalem. Toen hij de Olijfberg begon af te dalen, werden al zijn leerlingen blij. Ze dankten God voor alle wonderen die ze gezien hadden. Ze juichten en riepen: ‘Leve de koning, de man die van God gestuurd is! Vrede in de hemel en alle eer aan God!’